26 sep “Echt kijken naar het kind, dan zie je pas wat er precies speelt.”
Hoe is het onderwijs afgelopen decennia veranderd? Welke ontwikkelingen hebben we doorgemaakt? Wat werkte goed en welke plannen waren minder goed? Om dat te weten kunnen we natuurlijk de boeken induiken, maar het is toch veel mooier om naar de eigen praktijk te kijken. Ria van Tilburg heeft als ondersteuningsspecialist bij SWV PO 30 06 veel van deze ontwikkelingen meegemaakt. Met haar pensioen in zicht blikken we terug op haar jarenlange ervaring in het onderwijs én vragen we haar hoe zij de toekomst ziet.
Hoe hoog leg je de lat?
Ria vertelt over haar functie als ondersteuningsspecialist en welke rol zij speelt bij de overgang naar inclusie binnen het samenwerkingsverband. “Eigenlijk zegt de naam al voldoende: ik ben ondersteunend aan IB’ers, scholen en leerkrachten. Samen hebben wij de taak om naar inclusief onderwijs te gaan. We moeten hierbij echt kijken naar het kind, dan zie je pas wat er precies speelt en wat er nodig is.” Een mooie omschrijving, een duidelijke taak, maar het is niet zo eenvoudig als het klinkt.
Ria vervolgt: “Op iedere school wordt hard gewerkt aan inclusief onderwijs. De ene school is daar verder in dan de andere. Bij het maken van stappen, moeten we goed kijken naar de mensen die ín de school zitten: wat hebben zíj nodig om de volgende stap te zetten? Zo bepalen we per school hoe hoog we de lat voor de komende periode leggen”.
Door het lerarentekort en personeelswisselingen is er niet altijd een solide basis van kennisoverdracht waarop gebouwd kan worden. Als oude rot in het vak weet Ria haar weg hierin wel te vinden: “We bouwen door. We leggen onze plannen niet stil, maar we weten goed wat er speelt en houden in de gaten wat realistisch en haalbaar is. Daarin zien we zeker mooie ontwikkelingen. Mensen staan meer open voor inclusie. Er wordt beter gekeken naar wat een leerling nodig heeft en wat de school kan doen om in die behoefte te voorzien”.
Voorzien in de leerbehoefte van de leerling
Ria is haar carrière begonnen als leerkracht in het basisonderwijs. Kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte doorverwijzen naar andere scholen kwam niet snel bij haar op. Ze ging zelf aan de slag om een
fijne omgeving voor de leerling te creëren, waarin de leerling zich kon blijven ontwikkelen. Dat is wat zij nog steeds het belangrijkste vindt in het onderwijs: dat leerkrachten het kind écht zien. Wat kan de leerkracht doen om een kind te helpen in zijn/haar ontwikkeling. Ria vult aan: “Daarnaast vind ik het belangrijk dat leerlingen samenwerken, want zo is de maatschappij ook.”
Na haar tijd op de basisschool maakt Ria de overstap naar het MLK onderwijs, wat later opging in het SBO. Ze gaat aan de slag als IB’er in de onderbouw en weer later in de bovenbouw. Van daaruit heeft zij de overstap gemaakt naar ondersteuningsspecialist bij SWV PO 30 06.
Welke casus is Ria in al die jaren het meest bijgebleven? “Een aantal jaar geleden was er een leerling die enorm veel moeite had met leren. Als snel werd geopperd dat SBO een passende stap zou kunnen zijn, maar daar vonden de school en ik het nog te vroeg voor. Ik kreeg de ruimte om de leerkrachten en intern begeleider te adviseren over een juiste aanpak en kon ondersteunen met praktische tips. Door onze samenwerking heeft deze leerling het basisonderwijs afgerond en is hij doorgestroomd naar VMBO PRO/Basis en later naar VMBO basis. Daarnaast heeft deze school nu een programma opgesteld voor leerlingen die uitstromen naar praktijk- of basis voortgezet onderwijs, waarbij de kenmerken van deze uitstroomprofielen al verwerkt zijn in het basisonderwijs. Op deze manier kunnen ze veel beter voorzien in de leerbehoefte van deze leerlingen. Daar ben ik enorm trots op!”
Veranderingen in het onderwijs
Terugkijkend op haar jaren in het onderwijs ziet Ria een golfbeweging in de onderwijsvormen. Methodes wisselen elkaar af, ze komen weer terug of worden gecombineerd. Ze benoemt ook de toenemende lesstof in het basisonderwijs. “Kinderen moeten steeds meer leren, denk bijvoorbeeld aan nieuwe vakken als Mediawijsheid. Vaak gaat deze extra lesstof ten koste van de creatieve vakken, terwijl die óók belangrijk zijn voor de ontwikkeling van een kind. Zo wordt er bijvoorbeeld in de onderbouw veel minder gezongen. Zingen is, door het ritme van de muziek, een goede voorbereiding op lezen. Het geeft kinderen bijvoorbeeld een goed gevoel voor interpunctie.”
Ria gaat verder: “Daarnaast leren we kleuters zo veel moois: samenwerken en elkaar helpen, op een zelfstandige manier. Zo waardevol! Maar vanaf groep 3 moeten ze dat weer afleren: ze moeten meer individueel aan de slag. Hoe mooi zou het zijn als hier het ‘samen’ doorgezet zou worden! Dat is wat mij betreft een belangrijke stap naar inclusie.”
Welke ontwikkelingen ziet Ria in passend en inclusief onderwijs? “Vroeger keken we naar iedere casus als nieuwe casus, er werd geen verband getrokken. Nu kijken we breder in de school: hoe kunnen we kennis overdragen, hoe kunnen we opgedane kennis eigen maken? Zo blijven scholen en leerkrachten zich ontwikkelen en groeien in hun kunnen.”
“Ik gun het onderwijs realistische, haalbare plannen”
Per 1 maart 2024 gaat Ria met pensioen. Dat ze haar baan en collega’s gaat missen is wel duidelijk. Ze geniet zichtbaar van haar werk en haar enthousiasme over werken in het onderwijs is puur en oprecht. Ze heeft haar enthousiasme goed over weten te brengen: Ria’s dochter is ook IB’er. “Ik ben er trots op dat mijn dochter hetzelfde vak heeft gekozen als ik! Het is zo leuk dat we over ons werk en het onderwijs kunnen sparren. Ook als ik straks niet meer werk, want mijn liefde voor het onderwijs blijft!”
Wat hoopt Ria voor de toekomst van het onderwijs? “Het zou fijn zijn als nieuwe plannen vanuit de overheid verder uitgediept worden voordat de scholen ermee aan de slag moeten. Kijk eerst wat scholen kunnen voordat een plan definitief wordt. Hebben leerkrachten bijvoorbeeld de kennis om het plan uit te voeren en zijn schoolgebouwen wel geschikt voor de veranderingen? Er zijn veel mooie ideeën voor het onderwijs, maar er wordt nog te weinig gekeken of de benodigde middelen beschikbaar zijn. Dat is wat ik het onderwijs gun: realistische, haalbare plannen.”