05 mrt “It takes a village to raise a child”
Marije Kordes is orthopedagoog bij Optimus Onderwijs en trajectbegeleider passend onderwijs. Ze is een belangrijke schakel als het gaat om passend onderwijs. Maar wat doet een trajectbegeleider eigenlijk en hoe kijkt Marije aan tegen de ontwikkelingen binnen SWV PO 30 06?
Wat is je achtergrond?
Marije: “Na mijn studie orthopedagogiek ging ik aan de slag voor een Bureau Jeugdzorg, daarna heb ik de switch gemaakt naar het onderwijs. De eerste jaren werkte ik bij voor onderwijsdiensten Zuid-Vallei (later: Giralis). Vervolgens was ik tien jaar orthopedagoog bij SBO Palet in Boxmeer, waar ik onder andere psychologisch onderzoek bij individuele kinderen en groepsobservaties deed. Het doel daarvan was om met kennis en inzicht de ouders en leerkrachten beargumenteerd te kunnen adviseren. Sinds januari 2018 werk ik voor het bestuur van Optimus als trajectbegeleider passend onderwijs.”
Wat doet een trajectbeleider passend onderwijs?
“In eerste instantie is de intern begeleider degene die op de school, samen met de leerkracht, zorgt voor extra ondersteuning of begeleiding als een kind dat nodig heeft. Maar soms is dat niet genoeg en moet er extra expertise en/of tijd geïnvesteerd worden om tegemoet te kunnen komen aan de ondersteuningsbehoeften van één of meerdere leerlingen. Dan kom ik in beeld. In een multidisciplinair overleg (MDO) dat bestaat uit ouders, de leerkracht, de intern begeleider en eventuele andere deskundigen, bespreken we wat de ondersteuningsbehoeften van de leerling(en) zijn en hoe we hieraan tegemoet kunnen komen. Bijvoorbeeld door ondersteuning aan te vragen van een ondersteuningsspecialist van het samenwerkingsverband en een arrangement.
Als trajectbegeleider werk ik trouwens bovenschools. Dat wil zeggen dat alle scholen van Optimus een beroep op mij kunnen doen.”
Tien jaar geleden was passend onderwijs er niet zoals we het nu kennen, toch?
“Indertijd hadden we inderdaad leerlinggebonden financiering, oftewel ‘rugzakkinderen’. De begeleiding werd benaderd vanuit een ‘medisch model’. Dat betekent dat er vooral gekeken werd naar de problemen door bijvoorbeeld een bepaalde diagnose. Toen kwam de nieuwe wet en werd passend onderwijs eigenlijk de scholen in ‘gegooid’. Er was weinig tijd om dit goed voor te bereiden. Met elkaar is dit echt een zoektocht geweest. En nog steeds, want we moeten hetzelfde doen met minder geld. Dit vraagt om een andere werkwijze.”
Hoe doen jullie dat?
“Toen ik twee jaar geleden als trajectbegeleider begon, waren er veel aanvragen voor arrangementen en verlengingen van arrangementen. Leerlingen die iets extra’s nodig hadden, werden vooral uit de klas gehaald en kregen remedial teaching buiten de klas. Samen met de intern begeleiders ben ik gaan kijken wat er anders kon. We willen niet de problematiek van het kind centraal stellen, maar de context eromheen. We zijn de hulpvraag gaan formuleren als ‘de Moeilijke onderwijssituatie (M.O.S.)’. De onderwijsbehoeften van de leerling staan daarmee meer centraal, in plaats van de problematiek. Dat past beter bij passend onderwijs. We kijken naar de onderwijsbehoeften en stellen doelen die daarbij passen. De interventies vinden zo veel als mogelijk in de eigen klas plaats, zodat de leerkracht ervan kan leren. Een voorbeeld daarvan is dat een ondersteuningsspecialist een leerkracht komt coachen. En in sommige gevallen kunnen leerkrachten elkaar co-teachen en op die manier voor kennisoverdracht zorgen! Het werkt dan als een ‘olievlek’ in de school en het voordeel is dat alle leerlingen er dan iets aan kunnen hebben. Er is veel in beweging. Dat is niet altijd gemakkelijk, maar wel mooi om te zien wat dit uiteindelijk betekent voor leerlingen en professionals.”
Hoe ervaar je de samenwerking binnen het samenwerkingsverband?
“Als ik SWV PO 30 06 moet omschrijven, dan denk ik aan verbindend, toegankelijk, meedenkend en ondersteunend. Er is een fijne verbinding tussen de professionals van de verschillende besturen, de ondersteuningsspecialisten en stafmedewerkers van het samenwerkingsverband. We delen kennis met elkaar en ik vind het positief dat er vanuit dit samenwerkingsverband preventief gewerkt wordt. Het is ook fijn dat er allerlei contactmomenten zijn, zoals intervisie, want als trajectbegeleider heb je een solistische functie. Verder heb ik veel contact met de directeuren en de intern begeleiders van de scholen, en uiteraard met ouders. Passend onderwijs kun je alleen samen vormgeven, vanuit gedeelde verantwoordelijkheid. Zoals het bekende Afrikaanse gezegde luidt: ‘It takes a village to raise a child.’”
Binnen onze regio werken heel veel mensen samen aan het bieden van passend onderwijs: leerkrachten, IB’ers, trajectbegeleiders, ondersteuningsspecialisten, ouders, schoolbesturen, de OPR, externe partners zoals gemeenten en jeugdhulp. Hoe kijken zij aan tegen passend onderwijs en het samenwerkingsverband? Wie zijn de gezichten van SWV PO 30 06? Dat laten we zien in een reeks interviews. Lees hier het interview met bestuurder Jack en hier het interview met OPR-lid Jikke.